Groningen is de hoofdstadvan de Nederlandse provincie Groningen en de grootste kern in de gelijknamige gemeente. De plaats wordt in grote delen van Noord-Nederland ook kortweg aangeduid met Stad. De gemeente Groningen had per 1 januari 2017 202.567 inwoners. Het is daarmee veruit de grootste stad van noordelijk Nederland en de op zes na grootste van Nederland. Op 1 september 2014 werd de mijlpaal van 200.000 inwoners in de stad Groningen bereikt.
Van Groningen zijn geen geschreven stadsrechten bekend. Door zijn relatief geïsoleerde ligging ten opzichte van de opeenvolgende feitelijke machtscentra (Utrecht, Brussel en Den Haag) was de stad historisch gezien vooral op zichzelf en de directe omgeving aangewezen. Als Hanzestad maakte Groningen deel uit van het Noord-Duitse handelsnetwerk. Later werd de stad vooral een regionaal marktcentrum. De stad ontwikkelde zich tot, en was eeuwenlang de facto, een stadstaat. Sinds de Republiek hoorde Groningen nominaal bij Nederland, maar tot aan de Franse tijd bleef Groningen feitelijk een autonome stad, die heer was in het grootste deel van de provincie. De stad werd tijdens de Tweede Wereldoorlogernstig gehavend: niet alleen verloor Groningen 3300, voornamelijk Joodse, burgers, bij debevrijding in 1945 ging een groot deel van de binnenstad in vlammen op.
Tegenwoordig is Groningen een stad met veel gevarieerde handel en industrie. Groningen is daarnaast vooral een studentenstad met ruim 57.000 studenten, van wie ongeveer 35.000 in de stad wonen. De stad werkt samen met de omliggende gemeenten in de Regiovisie Groningen-Assen.
Ligging
Groningen ligt op de noordelijke uitloper van de Hondsrug. Aan de west- en oostzijde van de stad lagen oorspronkelijk lager gelegenveengebieden. Ten noorden van de stad ligt het kleigebied van de Ommelanden. De Hondsrug vormt de historische landroute naar het zuiden, naar het noorden vormden de Hunze en de Drentsche Aa, later samengebracht in het Reitdiep, de verbinding met de zee. De centrumfunctie die de stad daarmee historisch al had werd in de loop van de eeuwen uitgebouwd door de aanleg van (vaar)wegen die vanuit de stad de hele provincie ontsluiten.